Wat betekent hulp en ondersteuning op school?

Elke school geeft hulp aan kinderen die dat nodig hebben. Dat noem je de basisondersteuning. Wat de school precies voor basisondersteuning geeft, staat in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). Als je kind méér hulp nodig heeft, noem je dat extra ondersteuning. Dit staat ook in het schoolondersteuningsprofiel. Soms regelt het samenwerkingsverband die extra ondersteuning. Soms regelt de school dit zelf. Lees hierover meer bij de vragen Wat is een schoolondersteuningsprofiel (SOP)?, Wat is basisondersteuning? en Wat is extra hulp/ondersteuning?.

Wat is een samenwerkingsverband?

Scholen (schoolbesturen) voor regulier onderwijs, speciaal basis onderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) werken in een bepaald gebied samen om te zorgen voor passend onderwijs. Dat heet een samenwerkingsverband (SWV). Een samenwerkingsverband zorgt ervoor dat ieder kind dat dit nodig heeft extra hulp krijgt of naar een speciale school kan gaan. De scholen in het samenwerkingsverband spreken samen af hoe ze dat regelen. Sommige samenwerkingsverbanden verdelen het geld voor passend onderwijs onder de scholen. Daarmee zorgen de scholen zelf voor extra hulp voor de leerlingen.

In andere gevallen regelt het samenwerkingsverband zelf de extra hulp. Het is goed te weten wat de afspraken zijn in jouw samenwerkingsverband. Deze afspraken staan in een ondersteuningsplan.

Dat kun je opvragen bij het samenwerkingsverband of op de website vinden. Lees hierover meer bij de vraag Wat is een ondersteuningsplan?.

Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?

Als jouw kind meer nodig heeft dan de basisondersteuning, maakt de school een plan. In dat plan staat hoe de school jouw kind gaat helpen om zich fijn te voelen en zo goed mogelijk te kunnen leren. Dat doet de school met doelen om aan te werken. Dit plan heet een ontwikkelingsperspectief. Ook als je kind op speciaal (basis) onderwijs zit, of daarnaartoe gaat, moet de school een ontwikkelingsperspectief maken. Meestal doet de intern begeleider (IB’er) dat. De school praat met jou over de doelen die in het ontwikkelingsperspectief komen. En over hoe de school je kind gaat helpen die te halen. Het ontwikkelingsperspectief bestaat ten minste uit twee delen, het uitstroomprofiel en het handelingsdeel. In het uitstroomprofiel staat
naar welk niveau van vervolgonderwijs de school met jouw kind toewerkt. Op welk niveau is jouw kind aan het eind van de basisschool? En wat voor soort onderwijs kan jouw kind volgen ná de basisschool? Het andere deel van het ontwikkelingsperspectief is het handelingsdeel. Dit gaat over de extra hulp die jouw kind krijgt om de doelen te bereiken. Ook hierover overlegt de school met jou. Dit heet ook wel een ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ of ‘OOGO’. Over het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief moeten jij en de school het samen eens worden. Dit heet instemmingsrecht. De school vraagt jou dan meestal om een handtekening te zetten om te laten zien dat jij het ermee eens bent. De school moet minimaal één keer per jaar met jou over het ontwikkelingsperspectief praten.

Wanneer maakt de school een ontwikkelingsperspectief (OPP)?

Als jouw kind méér hulp nodig heeft dan de basisondersteuning, maakt de school een plan met doelen. Dit plan noem je het ontwikkelingsperspectief. Lees hierover meer bij de vragen Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?, Wat is basisondersteuning? en Wat is extra hulp/ondersteuning?.

Wat is zorgplicht?

Elk kind moet onderwijs krijgen dat bij hem of haar past, en extra hulp krijgen als dat nodig is. Het schoolbestuur moet daarvoor zorgen. Dat heet zorgplicht. Hiervoor moet de school eerst goed
onderzoeken wat voor hulp jouw kind nodig heeft en of de school die extra hulp zelf kan geven. Soms heeft de school daarvoor hulp nodig van het samenwerkingsverband, of van andere deskundigen. Misschien past een andere school beter? Dan moet de school daarnaar helpen zoeken. Het schoolbestuur van de school waar jouw kind staat ingeschreven, heeft zorgplicht. Ook als de extra hulp via het samenwerkingsverband gaat.

Wanneer heeft een school zorgplicht?

De zorgplicht van de school begint op het moment dat jij jouw kind schriftelijk aanmeldt. De zorgplicht blijft bestaan tot er een andere school is waar jij jouw kind aanmeldt. Ook als die nieuwe school waar jij jouw kind aanmeldt, een andere school beter vindt passen. Alleen ouders kunnen een kind aanmelden. Lees hierover meer bij de vraag Hoe meld ik mijn kind aan op een school?.

Soms heeft de school géén zorgplicht:
− Als de school vol is. Dat moet dan gelden voor alle aanmeldingen. Niet alleen voor leerlingen die extra hulp nodig hebben.
− Als jij het als ouder niet eens bent met hoe de school denkt over onderwijs en opvoeding. Dit noem je niet onderschrijven van de grondslag.
− Bij een aanmelding bij een cluster 1- of cluster 2-school. Deze scholen horen niet bij een samenwerkingsverband. Zij hebben een eigen toelatingsprocedure.

Wat is een schoolbestuur?

Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Dit doen ze meestal voor meer dan één school. Soms laat het schoolbestuur veel over aan de schoolleiding, maar het bestuur blijft eindverantwoordelijk. Schoolbesturen zorgen ervoor dat het geld wordt verdeeld, scholen voldoende mensen hebben die er werken en de school goed onderwijs geeft. Schoolbesturen hebben zorgplicht. Het is de taak van het schoolbestuur ervoor te zorgen dat de school regelt dat elk kind onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. En extra hulp krijgt als dat nodig is. Dat doen ze soms met hulp van het samenwerkingsverband. In de schoolgids staat bij welk schoolbestuur jouw school hoort. Lees hierover meer bij de vragen Wat is zorgplicht? en Wat is een samenwerkingsverband?.